Kies de pompoen die je wil kweken. Er zijn eindeloos veel rassen, mijn beproefde top #: ‘Tonda Padana’: gemiddeld maatje, prachtig geel-groen gestreept, goed vruchtvlees en goed te bewaren;‘Thelma Sanders’: kleine acornpompoen, smaakt naar zoete aardappel, geeft meerdere vruchten;‘Marina di Chioggia’: gemiddeld maatje, bijzondere blauwgroene kleur, sterke plant.
Planten met kleinere vruchten doen het het best in pot, zorg wel dat er minstens 40 liter aarde in de pot kan. Voor de grotere pompoenen kun je beter kiezen voor eenverhoogd bed, zoals een vierkantemetertuin of moestuinbak op poten.
Begin in mei met binnen zaaien, of zaai na half mei ter plekke buiten.
Als je binnen begint, plant de zaailingen dan pas buiten uit als ze ‘echte’ blaadjes hebben (geen kiemblaadjes) en er geen kans meer is op nachtvorst. Verrijk de grond met biologische mest of compost.
Let goed op dat je zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen krijgt. De vrouwtjes hebben een klein pompoentje aan de basis, de mannetjes hebben een
gewone steel. Als het goed is doen de bijen het werk voor je, maar als er geen vruchten komen kun je zelf bestuiven door het stuifmeel van de mannelijke bloemen over de stamper van de vrouwelijke te wrijven.
Als het blad geel wordt, doe dan wat vloeibare (biologische) mest bij het water. Oogst op tijd: als de pompoen stopt met groeien, de schil zo hard is dat je erop kuntkloppen en het blad naast de steel droog is, is de pompoen rijp!Bewaar de pompoenen op een droge plek. Als het zonnig en droog is, kun je ze gewoon buiten laten liggen. Na drie tot vier weken wordt het vruchtvlees steviger en desmaak alleen maar beter. Geniet ervan!